Mollen en schade
Mollen verschijnen meestal daar waar ze het minst gewenst zijn. Mollen zijn dé vrees voor de gepassioneerde tuinliefhebber, voor bedrijven en openbare instellingen.
Door hun enorme werklust en graafkracht zijn mollen in staat om in enkele dagen tijd het mooie gazon om te toveren tot een heuvelachtig landschap.
Het vangen van mollen is makkelijker gezegd dan gedaan!
Het wordt lente, dus in de natuur is veel te zien. Zingende vogels, krokussen en… molshopen! Kijk maar eens in een weiland of in het park.
De meeste mensen letten alleen op mollen als die een pas gemaaid gazon ‘gemold’ hebben. Dan worden ze chagrijnig en komen ze met de mollenklem. Jammer, want mollen zijn bijzondere dieren. Elke mol leeft in zijn eigen gangenstelsel. Je ziet alleen een paar molshopen, maar dat gangenstelsel kan wel 250 meter lang zijn. En dat voor een beestje van hooguit 15 centimeter!
De hele dag rent een mol door zijn gangen, op zoek naar beestjes die de gangen ingekropen zijn. Wormen, larven en torren zijn de klos. Mollen zijn bijna blind, maar ze kunnen wel goed ruiken.
Op een gewone dag hoeft een mol dus geen nieuwe gangen te graven. Dat doet hij pas als hij zijn eten achterna moet. Nu is het zo ver. De hele winter hebben de beestjes diep in de grond gezeten, want daar is het warmer. Daar zitten de mollen dus ook.
Als het gaat dooien, kruipen de diertjes omhoog, en de mol gaat ze achterna. Hij schuift de grond voor zich uit en aan het eind maakt hij een molshoop. Maart is de mollenmaand!
Heel misschien zie je een levende mol. Als hij (of zij) net zijn kop boven de grond uitsteekt. Of als hij even bovengronds verder moet, omdat er in de gang iets in de weg zit. Maar dan heb je heel veel geluk gehad.